GROEIEN EN ONTWIKKELEN

INSPELEN OP REGIONALE BEHOEFTEN

Toen Sarien Shkolnik als bestuurslid bij het ­Graafschap College kwam werken, nam ze zich voor om van het Graafschap College een lerende organisatie te maken. “Om ­voort­durend in te kunnen spelen op ­be­hoeften van organisaties in de regio, is het nood­zakelijk om ons onderwijs continu te verbeteren. Dat kan alleen als je mede­werkers de mogelijkheid biedt zich te ontwikkelen en te groeien.”

Nu, vijftien jaar later en vlak voor haar vertrek, maakt Sarien de balans op: is het Graafschap College de lerende organisatie geworden die ze voor ogen had? Terugblikken doet ze samen met Gerdy Hoornenborg, adviseur professionalisering bij het Graafschap College. Sarien vertelt: “Gerdy was voor mij een belangrijke partner in het groeiproces naar een lerende organisatie. We delen onze visie op de wijze waarop kennis en vaardigheden van medewerkers en teams structureel op peil gehouden kunnen worden, maar ook op de manier waarop ontwikkeling en professionalisering binnen een organisatie strategisch kunnen worden ingezet.” Gerdy knikt instemmend: “Dat blijkt wel uit het feit dat ik vijftien jaar geleden van jou het vertrouwen kreeg om het leerbeleid, dat ik in het kader van mijn studie voor het Graafschap College had ontwikkeld, daadwerkelijk uit te voeren. Je hebt dit enorm ondersteund door je altijd als een groot ambassadeur van professionalisering en ontwikkeling op te stellen. Zowel binnen als buiten de organisatie droeg je jouw geloof in het ontwikkelen van menselijk potentieel uit en wist je belangrijke interne en externe partners te verbinden.”

MISSIE GESLAAGD

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: is het gelukt om een lerende ­organisatie te worden? “Ja, er is sprake van bewustwording”, vertelt Sarien. “Het belang van leren, professionaliseren en ontwikkelen wordt door de hele organisatie gezien. We hebben hard gewerkt om dat voor elkaar te krijgen. De financiële middelen, die ­onder andere de overheid beschikbaar stelde voor professionalisering in het mbo, gaven een extra impuls. Dat budget ­maakte het mogelijk onze plannen voor profes­sio­na­lisering en ontwikkeling op zowel indivi­dueel niveau als team- en organisatie­niveau daadwerkelijk uit te voeren.”

HET JUISTE VOORBEELD

Als voorbeeld noemt Sarien de lerarenbeurs die in 2008 beschikbaar kwam voor docenten die een masteropleiding wilden volgen. “Het doel van de beurs was het verhogen van de onderwijskwaliteit. Ik zag het gebeuren: medewerkers die een masteropleiding deden, dachten ineens anders na over het onderwijs. Dat veranderde de sfeer. Veranderingen werden minder als ‘bedreigend’ ervaren, maar juist als een mooie kans gezien om in te spelen op ontwikkelingen in het werkveld.” Gerdy: “Het aantal docenten met een masterdiploma groeit nog steeds. Ook dankzij het persoonlijk opleidings­budget, dat het Graafschap College vorig jaar voor iedere medewerker beschikbaar heeft gesteld, volgen meer medewerkers een opleiding of ontwikkeltraject. Dat is goed. Ontwikkelen doe je een leven lang. Dat is ook wat er van onze studenten als toekomstige beroepskrachten wordt verwacht. Belangrijk dat onze medewerkers daarin het juiste voorbeeld geven.”

“Het belang van leren, professionaliseren en ontwikkelen wordt door de hele organisatie gezien”

NIET VERPLICHTEN, MAAR VERLEIDEN

Een andere belangrijke ontwikkeling is de oprichting van de Graafschap Academie in 2008. “De behoefte ontstond om het opleiden van medewerkers centraal te regelen”, legt Gerdy uit. “De eerste jaren van de Graafschap Academie waren er vooral op gericht om professionalisering en ontwikkeling bij medewerkers onder de aandacht te brengen en hen te ‘verleiden’ om zich verder te ontwikkelen. Dat deden we door ons aanbod af te stemmen op de wensen en behoeften van medewerkers. Maar ook door kennisdelingsevenementen te organiseren, zoals het Slinge Symposium en de Kenniscafés. Na een paar jaar gingen we de academie ook meer strategisch inzetten. Waar willen we als organisatie naar toe en welk professionaliseringsaanbod past daarbij? Dat resulteerde er bijvoorbeeld in dat we een aanbod ontwikkelden op het gebied van teamontwikkeling.” Medewerkers verplichten om te professionaliseren en ontwikkelen is nooit het uitgangspunt geweest. Gerdy: “Dat werkt niet. Ieder team heeft een opdracht. De vraag ‘Wat heb je nodig om die opdracht uit te voeren?’ staat centraal. Dan kan een individuele studie voor een medewerker helpend zijn, maar soms is juist een teamtraject op het gebied van bijvoorbeeld onderwijsontwikkeling wenselijk.”

OPLEIDINGSSCHOOL

Een meer recente ontwikkeling die een belangrijke bijdrage levert aan de lerende organisatie, is de opleidingsschool. “In 2019 is het Graafschap College, samen met roc Rijn IJssel en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), officieel opleidingsschool geworden”, vertelt Gerdy. “Als opleidingsschool leid je toekomstige docenten en zij-instromers op binnen de school.” Sarien: “Binnen het mbo draait het om ‘leren in de praktijk’. Hoe logisch is het dan dat ook aankomende docenten in de praktijk worden opgeleid. Onze eigen docenten kruipen in de rol van werkplekbegeleider. Ook voor hen is dat leerzaam. Enerzijds omdat ze nieuwe competenties moeten ontwikkelen om hun toekomstige collega’s te begeleiden. Anderzijds krijgen ze nieuwe kennis door het samen opleiden met de lerarenopleiding.” Er zijn nu landelijk zo’n zes opleidingsscholen in het mbo. “Ik ben er trots op dat het Graafschap College, samen met de HAN en Rijn IJssel, daarin een voortrekkersrol heeft”, zegt Sarien. “Het is een strenge selectie, die bestaat uit meerdere fases en jaren duurt. Geweldig dat het ons is gelukt.”

“Je wist belangrijke interne en externe partners te verbinden”

ONDERZOEK IS VOORWAARDE

Een belangrijk aspect van een lerende organisatie is het ontwikkelen van een onderzoekende houding. Sarien: “We zijn erin geslaagd om onderzoek binnen het Graafschap College op de kaart te zetten. ‘Onderzoek doen’ is iets dat je moet leren. De HAN ondersteunt ons daarbij. Samen hebben we een platform opgezet waar onze docenten terechtkunnen met vragen, bijvoorbeeld in het kader van hun master. Ook hebben we innovatiedocenten ­aangesteld, die met veel enthousiasme praktijkgericht onderzoek doen. Een onderzoeksvorm die past bij het mbo. Vaak richten roc’s praktoraten in, maar dan zijn het meestal niet de docenten die het onderzoek uitvoeren. Het is een bewuste keuze om onze docenten die kans juist wel te bieden.”

KANSEN

Waar liggen wat betreft Sarien nog kansen als het gaat om de lerende ­orga­nisatie? “De ingezette strategische koers ‘Samen.Leren.Delen’ geeft alle ruimte om het ­lerende vermogen van mede­werkers en de organisatie de komende jaren te versterken. Op het gebied van reflectie zie ik kansen om de organisatie verder te laten groeien. Evalueer voor­genomen plannen beter: wat is gelukt, wat niet en waarom? Ook denk ik dat de samenwerking met onze regionale partners meer kansen biedt. Betrek het werkveld op teamniveau nog meer bij het onderwijs. Maak er een gewoonte van dat ze aanschuiven bij een teamoverleg. Dan kun je echt ‘scholder an scholder’ optrekken en zowel studenten als de regio verder helpen.” Volgens Gerdy zou je zelfs nog een stap verder kunnen gaan. “Betrek bedrijven en instellingen bij onze jaarlijkse medewerkersdag. Laat medewerkers samen met hen leer- en deelsessies organiseren. Dat zou het ultieme ‘Samen.Leren.Delen’ zijn.”

VERBINDER

Sarien heeft zich ook extern ingezet om professionalisering en ontwikkeling in het mbo op de kaart te zetten. “Een aantal jaren geleden werd het competentiegericht onderwijs in het mbo ingevoerd. Ik werd toen gevraagd om, als één van de vier landelijke procesmanagers, de professionalisering in mbo-instellingen te versterken. Gerdy heeft mij daar in die tijd geweldig bij ondersteund door op landelijk niveau bijeenkomsten over professionalisering te organiseren.” Daarna richtte Sarien zich, samen met Gerdy, op de regionale samenwerking tussen de Gelderse mbo-instellingen en HAN. Op initiatief van Sarien zitten de bestuurders van de Gelderse mbo’s sinds 2010 regelmatig met elkaar om tafel en hebben deze mbo’s en de HAN gezamenlijk een professionaliseringsagenda opgesteld. Zo richt de lerarenopleiding van de HAN zich inmiddels voor een deel van de opleiding ook op het beroepsonderwijs en beroepsgerichte didactiek, zijn er leernetwerken opgericht en wordt gezamenlijk onderzoek gedaan, bijvoorbeeld op het gebied van leren en lesgeven met ict. “Het vermogen van Sarien om belangrijke partners met elkaar te verbinden gaan we als Graafschap College, maar zeker ook als regio, enorm missen!”, aldus Gerdy.

ASPIRANT OPLEIDINGSSCHOOL ARNHEM & ACHTERHOEK

ZELFONDERZOEK

Het Graafschap College wil partner in de Euregio zijn. Dat kan alleen door voortdurend te luisteren naar de wensen en behoeften van bedrijven, instellingen en organisaties in de regio en daar met ons onderwijs op in te spelen door te veranderen, te groeien en te verbeteren. Daarvoor heb je een lerende organisatie nodig. Een organisatie waarin alle medewerkers de kans krijgen kritisch naar zichzelf en de organisatie te kijken.

- Sarien -

DEEL DIT ARTIKEL